administratief-juridisch in het katholiek onderwijs

 

Aanwending van de lestijden

De overheid voorziet (op basis van de leerlingentelling) een aparte subsidiëring voor de lestijden godsdienst. Deze lestijden zijn enkel bedoeld voor de levenbeschouweijke vorming van de kinderen en mogen dus enkel daartoe gebruikt worden. Daarom worden in elke klas van het lager onderwijs wekelijks 3 lestijden godsdienst gepland. Twee lestijden worden daartoe door de overheid gesubsidieerd. Daaraan wordt - in afspraak tussen de bisschoppen en Katholiek Onderwijs Vlaanderen - een derde lestijd uit het gewone lestijdenpakket toegevoegd.

De naleving van de opdrachtverplichting is een verantwoordelijkheid van elke leerkracht met een opdracht godsdienst. De directeur draagt hierin een medeverantwoordelijkheid. De inpecteur-adviseur RKG houdt hierop toezicht.  

 

Het mandaat

Het mandaat is de bevestigng van het vertrouwen van de bisschop in de leerkracht voor wat betreft het godsdienstonderwijs. Het drukt de relatie uit tussen de bisschop en de leerkracht die in zijn naam in staat voor het godsdienstonderwijs.

Een mandaat wordt verleend op basis van: doopsel, opleiding en engagement.

 

Voordracht bij aanstelling

Strikt genomen is er voor elke aanstelling (een contractuele overeenkomst tussen de leerkracht en de school) in een opdracht in het godsdienstonderwijs voorafgaandelijk een aparte voordracht door de kerkelijke overheid nodig, ook voor klastitularissen met een opdracht godsdienst in hun eigen klas.

In katholieke scholen wordt voor de klastitularissen met een opdracht godsdienst deze procedure vereenvoudigd. Scholen vermelden voor een leerkracht met een jaaropdracht op het 'inlichtingenformulier godsdienst' het mandaatnummer in. 

 

Functiebeschrijving (voor RKG)

Aan de functiebeschrijving van kleuteronderwijzer en onderwijzer katholiek basisonderwijs wordt voor hen die een opdracht godsdienst in hun opdracht hebben een addendum toegevoegd

 

Leerplannen godsdienst

Het ontwikkelveld R.K. godsdienst in ZILL  reikt een normatief kader aan voor de inhoud van het godsdienstonderwijs.