ILC’s zijn 24 competenties die verbonden zijn met vaardigheden die nodig zijn om in gesprek te kunnen gaan met iemand van een andere levensovertuiging, alsook om die uitwisseling te toetsen aan de eigen overtuiging en de verschillende stemmen binnen de samenleving. 

Sinds het schooljaar 2013-2014 zijn leraren van de verschillende levensbeschouwelijke vakken aan de slag gegaan met de ILC’s. Elke leerling moet elk jaar aan de ILC’s werken - dit maximum 6 lesuren per jaar. Vaak geven leraren hier vorm aan door een ILC-project in te richten per jaar of graad. De drieledige opbouw van de competentietabel wordt dan vaak ook gelinkt aan de groei die leerlingen meemaken in het verwerven van deze competenties: in de eerste graad wordt er gefocust op ‘ik en mijn levensbeschouwing’ (ILC 1-7), in de tweede graad op ‘ik, mijn levensbeschouwing en deze van de ander’ (ILC 8-17) en in de derde graad aan ‘ik, mijn levensbeschouwing en de samenleving’ (ILC 18-24).

 

Projecten voor lager onderwijs:

EEN NAAM (2de graad)

ONTMOETEN (3de graad)

VERLIES - ROUW - TROOST

LICHT